‘Langst leegstaande ziekenhuis van Vlaanderen’ krijgt na ruim 40 jaar eindelijk nieuwe bestemming

Leuvens burgemeester Louis Tobback en schepen van Ruimtelijke Ordening Carl Devlies hebben vandaag zélf als eerste de sloophamer tegen het oude Sint-Pietersziekenhuis gezet. Een sterk symbolische daad, die het einde inluidt van een stadskanker die maar liefst 43 jaar lang een doorn in het oog van vele Leuvenaars was. En meteen ook het echte begin van het grootschalige stadsontwikkelingsproject, de Hertogensite. De sloopvergunning voor ‘het langst leegstaande ziekenhuis van Vlaanderen’ is nu goedgekeurd, de eigenlijke sloopwerken zullen in de loop van volgend jaar starten. Burgemeester Tobback en schepen Devlies laten inmiddels weten dat de veelbesproken podiumkunstenzaal er definitief komt, op de plaats van het Sint-Pietersziekenhuis.

Niet alleen duizenden Leuvenaars, maar ook het stadsbestuur kijkt al jaren hoofdschuddend naar het mistroostige Sint-Pietersziekenhuis. Het gebouw staat bekend als een echte stadskanker. Burgemeester Tobback stelde in zijn carrière zelfs al meermaals dat hij niet zou stoppen als burgervader vooraleer ‘de Gele Olifant’ - zoals het ziekenhuis in de volksmond wordt genoemd - ontmanteld is. Vandaag zette hij zélf als eerste de sloophamer tegen het ziekenhuis. Een symbolische daad, want de échte afbraakwerken, die meer dan een jaar in beslag zullen nemen, worden voorzichtig in verschillende fases voltrokken.

“Eerst zal UZ Leuven in de loop van volgend jaar het voormalige ziekenhuis leegmaken en daarna moeten we het gebouw volledig asbestvrij maken. Dat nauwkeurige proces neemt toch gemakkelijk een half jaar in beslag. Bovendien gaat het om een project van enige omvang, dat zich midden in de stad bevindt. Bewoners en passanten zullen geen last ondervinden tijdens de werken. Daarna starten we met de ruwe afbraakfase van het ziekenhuis, waarbij we bouwlaag per bouwlaag zullen slopen. Het wordt een huzarenstuk.”

Erik Van Hoof, CEO Resiterra

Eenmaal het ziekenhuis volledig asbestvrij is gemaakt, kunnen arbeiders overgaan tot de sloop van het gebouw. Ook die werken zullen een zestal maanden in beslag nemen, waardoor het hele sloopproces in de loop van 2020 voltooid moet zijn.

Ook voor schepen Devlies is de sloop van het ziekenhuis een hoogtepunt. De afbraakwerken kaderen in de sanering van de Hertogensite, één van de grootste binnenstedelijke projecten in Vlaanderen met een grootte van bijna 7 hectare ofwel 9 voetbalvelden groot. Nadat de Leuvense schepen van Ruimtelijke Ordening de voorbije jaren het masterplan en nadien het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) coördineerde, keurde de gemeenteraad het definitieve RUP in 2017 goed.

Het eigenlijke startschot van de Hertogensite klonk al in februari 2018 met de renovatie van Den Blauwen Oijvaert, een verloederde stadsbrouwerij en ververij in de Brusselsestraat naast het oude ziekenhuis. Dit startschot viel misschien iets minder op voor de Leuvenaars, maar de sloop van het Sint-Pietersziekenhuis zal ongetwijfeld wel in het oog springen als start van de herontwikkeling in de Benedenstad.

Podiumkunstenzaal

Het Leuvense stadsbestuur is in elk geval opgetogen dat de uiteindelijke sloop van het ‘langst leegstaande ziekenhuis in Vlaanderen’ eindelijk in gang is gezet.

“Het oude ziekenhuis in de Brusselsestraat is de laatste stadskanker van Leuven. Met de sloop ervan trekken we definitief een streep onder een oude manier van stadsontwikkeling, die ik sinds mijn aantreden in 1995 heb bestreden. Wanneer de sloopwerken voltooid zijn, kan het nieuwe stadsbestuur starten aan nieuw verhaal op de vrijgekomen ruimte op de Hertogensite.”  

Louis Tobback, burgemeester van Leuven

Opvallend: de plaats waar het Sint-Pietersziekenhuis momenteel nog staat, is meteen ook de locatie waar de veelbesproken podiumkunstenzaal ingepland staat.

“Die kogel is nu eindelijk door de kerk: de Leuvenaars krijgen hun langverwachte, nieuwe podiumkunstenzaal. We hebben al een aantal ontwerpen van architectenbureaus ontvangen en hopen binnenkort met het definitieve ontwerp naar buiten te kunnen komen.”

Carl Devlies, schepen van Ruimtelijke Ordening