Vlaming houdt vast aan (bijna) alle woonclichés: ​ openstaand, drie slaapkamers én landelijk

• Bijna 4 op de 10 Vlamingen wonen in een openstaande bebouwing. En dan tellen we zeker ook de Vlamingen mee die recent bouwden, verbouwden of een woning kochten.

• Ook andere woonclichés blijven overeind: minstens de helft van de bevraagde, bouwlustige Vlamingen wil een woning met minstens drie slaapkamers. En ze willen in een landelijke omgeving wonen.

• Als het over energie gaat, is er wel een trendbreuk. De helft wil zo méér betalen voor een energiezuinige woning.

Hoewel het soms lijkt alsof compact wonen en cohousing al helemaal ingeburgerd zijn, blijft de bouwlustige Vlaming nog vaak vasthouden aan het traditionele huisje-tuintje-boompje. Van de Vlamingen die recent bouwden of met concrete bouwplannen zitten, kan bijna vier op de tien (37%) zeggen dat het om een open bebouwing gaat. En als financiële redenen niet in de weg zouden staan, kozen nog veel meer Vlamingen voor zo’n openstaande woning. Bovendien worden de woonclichés nog meer bevestigd: de helft zou meer betalen om groter te kunnen wonen en een even groot aantal wil landelijk wonen. De trendbreuk is nog ver weg, behalve als het over energiezuinigheid gaat. Dat blijkt uit een onderzoek van woningbouwer Bostoen, de marktleider in passief en Bijna Energie Neutrale (BEN) woningen in Vlaanderen.  

Het is marktonderzoeksbureau Insites die - in opdracht van woningbouwer Bostoen - dit jaar en vorig jaar 887 bouwlustige Vlamingen bevroeg. Telkens ging het om Vlamingen die ofwel de komende vijf jaar gaan bouwen, ofwel de voorbije vijf jaar bouwden of verbouwden. Wat blijkt? De Vlaming die in een open bebouwing woont, is nog altijd het meest te spreken over zijn woonplaats. 86 procent van de zij die in een openstaande woning wonen, tonen zich zo bijzonder gelukkig. Dat steekt fel af tegen al de rest: slechts 46 procent van zij die in een halfopen bebouwing wonen zijn tevreden, bij zij die in een rijhuis wonen is dat 45 procent. En bij appartementenbewoners is slechts 40 procent tevreden over zijn vaste stek.

De voorkeur gaat niet alleen uit naar openstaand, ook groot is nog altijd het motto bij de Vlaming. Daarbij gaat het niet zozeer om de oppervlakte, wel om een voldoende aantal ruimtes. Bijna twee op de drie (64%) zoekt zo een woning met minstens drie slaapkamers. Slechts een beperkt aantal Vlamingen (21%) ziet er geen graten in om de kinderen een slaapkamer te laten delen. En opvallend: ruim 47 procent zegt meer te willen betalen voor zijn woning als ze groter zou zijn.

“Dit maakt duidelijk dat er nog werk aan de winkel is als het over compact wonen gaat, of over de verschillende nieuwe woonvormen die zo vaak als dé nieuwe trend worden bestempeld. De doorsnee Vlaming houdt in veel gevallen nog graag vast aan de klassiek woonvorm. De drie belangrijkste criteria bij de aankoop zijn niet toevallig nog altijd het type woning, locatie en omgeving, en grootte van de woning.”

Peter Impe, CEO Bostoen

“Op den buiten”

Al even opmerkelijk: de bouwlustige Vlaming verkiest nog altijd een landelijke omgeving boven de stad. Maw: “op den buiten” zijn we naar eigen zeggen het gelukkigst. In 2015 wilde zo negen procent van hen in de stad wonen, dit jaar daalde dat naar zes procent. Een woning aan de rand van de stad krijgt anno 2016 van 37 procent van de bevraagden de voorkeur (+2% tov. 2015). Maar de lokroep van het platteland blijft het sterkst, en dat ondanks het feit dat de files alleen maar langer worden. De Vlaming neemt het pendelen er voorlopig nog graag bij: zo wil liefst 53 procent landelijk wonen, oftewel drie procent meer dan vorig jaar.

“Een betonstop invoeren, die ons dwingt om stedelijker én compacter te gaan wonen? Het is bijzonder goed dat eraan gewerkt wordt, maar de mentaliteit van de Vlaming lijkt er nog niet altijd klaar voor. Als hij de keuze zou hebben, opteert de doorsnee Vlaming nog altijd voor het oeroude beeld van de droomwoning.”

Peter Impe, CEO Bostoen

Wat eveneens opvalt, is de houding ten opzichte van alternatieve woonoplossingen. Denk maar aan het delen van de tuin met de buren of een gemeenschappelijke buitenkeuken. 35 procent overweegt vandaag om infrastructuur buitenshuis te delen met de buren (39% in 2015).

Energie wint aan belang

Als het over energie gaat, is er wel langzaam maar zeker sprake van een trendbreuk. Zo wil bijna de helft van de Vlamingen met bouwplannen méér betalen voor een betere energieprestatie van de woning. In 2015 dacht 42 procent er zo over, amper een jaar later is dat al 46 procent.

“Het duurzame karakter van een woning wint aan belang. Het is nog niet doorslaggevend, maar de energiekosten zullen alleen maar stijgen. De aandacht voor energiezuinig wonen zal daar recht evenredig mee toenemen. Mensen begrijpen stilaan dat wat ze nu niet investeren in betere isolatie, ze later kwijt zijn door het meerverbruik.”

Peter Impe, CEO Bostoen

^{Noot: in bijlage vind je meer gedetailleerde grafieken en cijferinfo.}